verschil

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verschil    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈsxɪl/
Woordafbreking
  • ver·schil
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘onderscheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1485 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord verschil verschillen
verkleinwoord verschilletje verschilletjes

Zelfstandig naamwoord

verschil o

  1. een aspect dat bij vergelijking anders is
    • Het verschil tussen die twee computerprogramma's is een andere gebruikersomgeving. 
  1. (wiskunde) resultaat van een mathematische aftrekking
Uitdrukkingen en gezegden
  • Een verschil maken.
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
verschillen

verschil

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschillen
    • Ik verschil. 
  2. gebiedende wijs van verschillen
    • Verschil! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschillen
    • Verschil je? 

Gangbaarheid

  • Het woord verschil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.