verhuizing
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verhuizing (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /vərˈhœʏzɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /vərˈhœːzɪŋ/
Woordafbreking
- ver·hui·zing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verhuizing | verhuizingen |
verkleinwoord | verhuizinkje | verhuizinkjes |
Zelfstandig naamwoord
verhuizing v
- de verwisseling van één (semi-) permanente woonplaats voor een andere
- Tijdens elke verhuizing zegt hij dat deze keer de laatste zal zijn, maar hij is nu al zeker vier keer tussen Nederland en Zweden op en neer verhuisd.
Vertalingen
1. de verwisseling van één (semi-) permanente woonplaats voor een andere
Gangbaarheid
- Het woord verhuizing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verhuizing' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.