verfoeien
Nederlands
Woordafbreking
- ver·foei·en
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘verafschuwen’ voor het eerst aangetroffen in 1539 [1]
- afgeleid van foei met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verfoeien |
verfoeide |
verfoeid |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verfoeien
- een afschuw hebben voor
- overgankelijk iets slecht keuren
Verwante begrippen
Verwante begrippen
- een afkeer hebben van, een afschuw hebben van, een weerzin hebben tegen
Vertalingen
1. afschuw hebben van
Gangbaarheid
- Het woord verfoeien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verfoeien' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.