verbod
Nederlands
Woordafbreking
- ver·bod
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verbieden
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verbod | verboden |
verkleinwoord | verbodje | verbodjes |
Zelfstandig naamwoord
verbod o
- een regel die een bepaalde handeling strafbaar maakt
- De wijsheid van het verbod op de handel in marijuana is steeds meer onderwerp van discussie in de wereld.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- verbodsbepaling, verbodsbord, verbodsrecht
Vertalingen
1. strafmaatregel
Gangbaarheid
- Het woord verbod staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verbod' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.