verbieden

Nederlands

naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
verbiedenverbiedend
verbodverboden
Uitspraak
  • Geluid:  verbieden    (hulp, bestand)
  • IPA: /vɛɾ.'bi:.dǝ(n)/, /vǝɾ.'bi:.dǝ(n)/
Woordafbreking
  • ver·bie·den
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘door een gebod ontzeggen’ voor het eerst aangetroffen in 1236 [1]
  • Afgeleid van bieden met het voorvoegsel ver-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verbieden
verbood
verboden
klasse 2 volledig

Werkwoord

verbieden

  1. een bepaalde handeling strafbaar stellen.
    • De toegang is voor onbevoegden streng verboden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verbieden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.