verbeteren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·be·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verbeteren
verbeterde
verbeterd
zwak -d volledig

Werkwoord

verbeteren

  1. overgankelijk beter maken, de kwaliteit verhogen
    • Zij verbeterden de software daarmee aanzienlijk. 
  1. overgankelijk van fouten ontdoen
    • De leraar verbeterde het proefwerk van een van zijn studenten. 
  1. ergatief beter worden
    • Allengs verbeterde het weer. 
  1. wederkerend zich ~ een zelfgemaakte fout of verspreking rechtzetten
    • Ik bedoelde natuurlijk "Antwerpen", niet "Brussel", verbeterde hij zich. 
Synoniemen
  1. (beter maken)
  2. (van fouten ontdoen)
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verbeteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.