veilig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vei·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘beschermd’ voor het eerst aangetroffen in 1401 [1]
  • afgeleid van veil met het achtervoegsel -ig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen veiligveiligerveiligst
verbogen veiligeveiligereveiligste
partitief veiligsveiligers-

Bijvoeglijk naamwoord

veilig

  1. niet aan gevaar blootstaand
    • Na een spannende reis was hij thuis weer in een veilige omgeving. 
Antoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • veilig en lekker gemakkelijk
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord veilig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.