vakbondsbestuurder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vak·bonds·be·stuur·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakbondsbestuurder vakbondsbestuurders
verkleinwoord vakbondsbestuurdertje vakbondsbestuurdertjes

Zelfstandig naamwoord

vakbondsbestuurder m

  1. (politiek) (economie) (beroep) bestuurder van een vakbond
Hyponiemen
  • oud-vakbondsbestuurder

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord vakbondsbestuurder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.