uitsparen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·spa·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitsparen
spaarde uit
uitgespaard
zwak -d volledig

Werkwoord

uitsparen

  1. besparen
  2. openlaten
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitsparen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.