ontvouwen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·vou·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ontvouwen
ontvouwde
ontvouwd
ontvouwen
gemengd

zwak -d

volledig

Werkwoord

ontvouwen

  1. overgankelijk iets in detail verklaren
    • Het plan werd volledig door hem ontvouwd. 
  1. overgankelijk iets los vouwen
    • Leg er een tijdje een boek op om het te ontvouwen! 
Afgeleide begrippen
  • ontvouwer, ontvouwing
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
ontvouwen

ontvouwen

  1. voltooid deelwoord van ontvouwen

Gangbaarheid

  • Het woord ontvouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.