uitvouwen
Nederlands
Woordafbreking
- uit·vou·wen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en vouwen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitvouwen |
vouwde uit |
uitgevouwen |
zwak -d
gemengd |
volledig |
Werkwoord
- overgankelijk openvouwen
- Een pil die in de maag uitvouwt als een paraplu geeft een week medicijnen af. Voor medicatietrouw van veelslikkers is het ideaal.[3]
Gangbaarheid
- Het woord uitvouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitvouwen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Sander Voormolen 10 januari 2018 Alle medicijnen in één pil
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.