uiteinde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uiteinde (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland, Limburg): /ˈœʏ.tεɪn.ˌdә/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈœː.tεːn.ˌdә/
Woordafbreking
- uit·ein·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en einde [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uiteinde | uiteinden uiteindes |
verkleinwoord | uiteindje | uiteindjes |
Zelfstandig naamwoord
uiteinde o [2]
- het uiterste punt van iets
- Het uiteinde van de draad steek je door het oog van de naald.
- een benaming voor oudejaar
- Waar vier jij dit jaar het uiteinde?
Hyponiemen
- staartuiteinde, stengeluiteinde, zenuwuiteinde
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord uiteinde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uiteinde' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.