eruptie
Nederlands
Woordafbreking
- erup·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitbarsting’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
- afgeleid van het Franse éruption of daarvoor van het Latijnse 'eruptio'
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eruptie | erupties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
eruptie v
- plotselinge, felle uiting
- (geologie) het uitstoten van gassen, rook en lava door een vulkaan
Synoniemen
- [1,2] uitbarsting
Vertalingen
1. plotselinge, felle uiting
2. het uitstoten van gassen, rook en lava door een vulkaan
|
|
3. plotselinge huiduitslag
Gangbaarheid
- Het woord eruptie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'eruptie' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.