exploderen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ex·plo·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ontploffen’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van het Franse exploser (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
exploderen
explodeerde
geëxplodeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

exploderen

  1. ergatief door een schei- of natuurkundige reactie bijzonder snel en met een grote kracht uiteenspatten
Synoniemen
Verwante begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord exploderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.