tunga

IJslands

Zelfstandig naamwoord

tunga v

  1. (anatomie), (zoötomie) tong
  2. (taalkunde) moedertaal


Oudnederlands

enkelvoud meervoud
nominatief tungatunga
tungon
genitief tungontungono
datief tungontungon
accusatief tunga
tungon
tunga
tungon

Zelfstandig naamwoord

tunga v

  1. (anatomie) tong
Overerving en ontlening


Zweeds

Uitspraak
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   tunga     tungan     tungor     tungorna  
genitief   tungas     tungans     tungors     tungornas  
Naar frequentie 2183

Zelfstandig naamwoord

tunga, g

  1. (anatomie), (zoötomie) tong
  2. (vissen), (voeding) Solea solea , tong
Hyperoniemen
  • [2]: maträtt
Afgeleide begrippen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.