trouweloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trou·we·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van trouw met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen trouweloostrouwelozertrouweloost
verbogen trouwelozetrouwelozeretrouwelooste
partitief trouweloostrouwelozers-

Bijvoeglijk naamwoord

trouweloos

  1. zonder trouw
    • De trouweloze echtgenoot had zijn vrouw al vele malen bedrogen. 
    • De trouweloze ridder was een verrader van zijn meester. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord trouweloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.