tonic
Nederlands
Woordafbreking
- to·nic
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘spuitwater’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1955 [1]
- van Engels tonic [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tonic | tonics |
verkleinwoord | tonicje | tonicjes |
Zelfstandig naamwoord
tonic m
- (drinken) soort kleurloze, licht bittere, koolzuurhoudende frisdrank
- Je riep de kelner en vroeg wat hij drinken wilde. Hij wilde tonic. Hij kon geen drank meer zien, zei hij. [3]
- (drinken) glas of blikje met bepaalde kleurloze, licht bittere, koolzuurhoudende frisdrank
- Hij keek kritisch toe bij het werk van zijn broer, die een tonic pakte uit een bak achter de tapkast. [4]
- (cosmetica) vloeistof bestemd om de huid te reinigen voor het aanbrengen van dagcrème
- Dermo Purifyer is een nieuwe serie om een huidprobleem te verhelpen waarvan vooral pubers last hebben: een onzuivere huid met puistjes, ofwel acne. (…) Dermo Purifyer is niet minder dan een lijn en bestaat uit een reinigingsgel, een tonic, een crème-gel en een scrub. [5]
- 1. een flesje tonic
- 3. in het midden (2) de tonic
Synoniemen
- [1] spuitwater
- [3] toner
Gangbaarheid
- Het woord tonic staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tonic' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "tonic" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Wit, K. de "Verhalen. De gijzelaar" in: Roeping. jrg. 37 nr. 12 (april 1962) Gianotten, Tilburg / Standaard Boekhandel, Brussel; p. 707; geraadpleegd 2018-06-29
- Dhondt, A.M. "Abruzzen" in: Maatstaf. jrg. 28 nr. 12 (1980) Arbeiderspers, Amsterdam; p. 13; geraadpleegd 2018-06-29
- "Test. Dermo Purifyer van Eucerin." (15 november 2008) op website: volkskrant.nl; geraadpleegd 2018-06-29
Engels
Zelfstandig naamwoord
tonic
Afgeleide begrippen
- [2] subtonic, supertonic
Vertalingen
3. een koolzuurhoudende frisdrank
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.