tonicum
Nederlands
Woordafbreking
- to·ni·cum
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘versterkend middel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1734 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tonicum | tonica tonicums |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord tonicum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tonicum' herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.