toevalligheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·val·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toevalligheid toevalligheden
verkleinwoord toevalligheidje toevalligheidjes

Zelfstandig naamwoord

toevalligheid v [1]

  1. iets wat door toeval is gebeurt en geen regel is
    • Het winnen van de staatsloterij is een toevalligheid. 
    • „Ongelooflijk verdrietig”, werd Meijer toen ze het nieuw over de doodgeschoten honden eerder deze week hoorde. „Dit moet je géén incident noemen”, vindt zij. Ze bedoelt daarmee dat de agressieve reactie van deze honden niet gezien moet worden als een toevalligheid. Meijer werkt al twintig jaar in het asiel en is sinds vier jaar gedragstherapeut. Als er nieuwe dieren worden binnengebracht, beoordeelt Meijer hun „resocialisatietraject”, welke training ze nodig hebben om beter in de maatschappij te passen. Ze laat ze wennen aan andere dieren, zorgt ervoor dat ze gefocust zijn op het baasje. „Het moeilijke is: het karakter kun je nooit helemaal veranderen.”[2] 
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord toevalligheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.