terugzetten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·rug·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terugzetten
zette terug
teruggezet
zwak -t volledig

Werkwoord

terugzetten overgankelijk [1]

  1. achteruit zetten
  2. weer zetten op de plaats vanwaar iets of iemand gekomen is
  3. een minder belangrijke plaats geven
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • terugzetting
Antoniemen

Werkwoord

vervoeging van
terugzetten

terugzetten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van terugzetten
    • ...dat wij terugzetten. 
    • ...dat jullie terugzetten. 
    • ...dat zij terugzetten. 

Gangbaarheid

  • Het woord terugzetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.