terugtocht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·rug·tocht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord terugtocht terugtochten
verkleinwoord terugtochtje terugtochtjes

Zelfstandig naamwoord

terugtocht m

  1. de tocht terug naar een eerder beginpunt
    • Na drie weken door Zweden getrokken te hebben beginnen we morgen aan de terugtocht. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord terugtocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.