tenlastelegging
Nederlands
Woordafbreking
- ten·las·te·leg·ging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tenlastelegging | tenlasteleggingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
tenlastelegging v
- (juridisch) in het strafrecht het onderdeel van de dagvaarding waarin de openbaar aanklager een exacte, juridische beschrijving van een bepaalde gedraging van de verdachte geeft
- De twee staan, samen met n van hun vennootschappen, terecht voor mensenhandel omdat ze een Thais koppel dat illegaal in België verbleef, twee jaar lang in hun villa aan het werk zouden gezet hebben zonder hen te betalen. Het koppel betwist alle tenlasteleggingen en vraagt de vrijspraak.[1]
- Raadsman Sidney Smeets van het echtpaar Vernes-Sewratan noemt de tenlastelegging teleurstellend. ,,Naar mijn mening had homofobie of discriminatie op gebied van seksuele geaardheid bewezen kunnen worden’’, zegt Smeets.[2]
Synoniemen
- aanklacht, telastlegging, aantijging
Vertalingen
1. aanklacht door openbaar aanklager
Gangbaarheid
- Het woord tenlastelegging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- de Standaard 22/NOVEMBER/2017
- Tubantia Eric van der Vegt 24-11-17
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.