talg
Nederlands
Woordafbreking
- talg
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘huidsmeer’ voor het eerst aangetroffen in 1922 [1]
- (erfwoord) Dit is een nevenvorm van talk. De verdere etymologie (buiten het Westgermaans) is niet bekend.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | talg | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
talg m
- huidvet, een vetachtige substantie die geproduceerd wordt door talgklieren die zich vrijwel overal in de lederhuid bevinden waar ook beharing is
- Talg beschermt de huid en het haar tegen uitdroging en infecties.
- (dierkunde) het harde vet van sommige herkauwers, voornamelijk van schapen en runderen
- Vroeger gebruikte men talg onder meer als grondstof voor kaarsen.
Synoniemen
- [1] huidvet, sebum
Afgeleide begrippen
- [1] talgklier
Vertalingen
1. huidvet, een vetachtige substantie die geproduceerd wordt door talgklieren
2. het harde vet van sommige herkauwers
Gangbaarheid
- Het woord talg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'talg' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.