reuzel

reuzel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reu·zel
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vet’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1461 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord reuzel -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

reuzel m

  1. varkensvet verkregen door uitsmelting van buikvet
    • reuzel werd dikwijls door mijnwerkers gebruikt als broodbeleg 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord reuzel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.