tactiek
Nederlands
Woordafbreking
- tac·tiek
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘strategie, gericht beleid’ voor het eerst aangetroffen in 1767 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tactiek | tactieken |
verkleinwoord | tactiekje | tactiekjes |
Zelfstandig naamwoord
tactiek v
- een manier om onder gegeven omstandigheden een doel te bereiken
- Hij heeft een goede tactiek, zeg!
Vertalingen
1. een manier om onder gegeven omstandigheden een doel te bereiken
Gangbaarheid
- Het woord tactiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tactiek' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.