substantie
Nederlands
Woordafbreking
- sub·stan·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘stof’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
- afgeleid van het Latijnse 'stāre' (staan) met het voorvoegsel sub- met het achtervoegsel -antie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | substantie | substanties |
verkleinwoord | substantietje | substantietjes |
Zelfstandig naamwoord
substantie v
- (medisch) (scheikunde) stof (stoffen)
- kern van een zaak
- (filosofie) wat aan iets anders ten grondslag ligt en daaraan vastheid verleent
Hyponiemen
- humussubstantie, lichaamssubstantie
Vertalingen
1. stof (stoffen)
Gangbaarheid
- Het woord substantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'substantie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.