stol
Nederlands
Woordafbreking
- stol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stol | stollen |
verkleinwoord | stolletje | stolletjes |
Hyponiemen
- cafestol, kerststol
Gangbaarheid
- Het woord stol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stol' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
Deens
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / sd̥oːˀl /
Woordafbreking
- stol
Werkwoord
stol
- gebiedende wijs van stole
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | stol | stolen | stole | stolene |
genitief | stols | stolens | stoles | stolenes |
Kroatisch
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Servo-Kroatisch
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / stuːl /
Woordafbreking
- stol
Werkwoord
stol
- gebiedende wijs van stole
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | stol | stolen | stoler | stolene |
genitief | stols | stolens | stolers | stolenes |
Zelfstandig naamwoord
stol, m
- (meubel) stoel
- (figuurlijk) symbool van ambt, waardigheid of macht
- plateau, [platform]]
- en dragende kozijn of statief voor iets
Afgeleide begrippen
|
|
|
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / stuːl /
Woordafbreking
- stol
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord stóll
Werkwoord
stol
- gebiedende wijs van stole
Schrijfwijzen
- stola
- stole
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | stol | stolen | stolar | stolane |
Zelfstandig naamwoord
stol, m
- (meubel) stoel
- (figuurlijk) symbool van ambt, waardigheid of macht
- plateau, [platform]]
- en dragende kozijn of statief voor iets
Afgeleide begrippen
|
|
|
Zweeds
Woordafbreking
- stol
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | stol | stolen | stolar | stolarna |
genitief | stols | stolens | stolars | stolarnas |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.