stol

Niet te verwarren met: stoel, Stuhl

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • stol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stol stollen
verkleinwoord stolletje stolletjes

Zelfstandig naamwoord

stol m [2]

  1. (voeding) luxe brood met krenten en spijs
Hyponiemen

Werkwoord
vervoeging van
stollen

stol

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stollen
    • Ik stol. 
  2. gebiedende wijs van stollen
    • Stol! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stollen
    • Stol je? 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid
  • Het woord stol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. stol op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
En stol
Een stoel

Deens
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / sd̥oːˀl /
Woordafbreking
  • stol
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord stóll
Naar frequentie 1131

Werkwoord

stol

  1. gebiedende wijs van stole
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stol     stolen     stole     stolene  
genitief   stols     stolens     stoles     stolenes  

Zelfstandig naamwoord

stol, g

  1. stoel

Meer informatie


Kroatisch
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

stol

  1. tafel

Meer informatie


Servo-Kroatisch
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

stol

  1. tafel

Meer informatie


Noors
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / stuːl /
Woordafbreking
  • stol
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord stóll
Naar frequentie 1195

Werkwoord

stol

  1. gebiedende wijs van stole
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stol     stolen     stoler     stolene  
genitief   stols     stolens     stolers     stolenes  

Zelfstandig naamwoord

stol, m

  1. (meubel) stoel
  2. (figuurlijk) symbool van ambt, waardigheid of macht
  3. plateau, [platform]]
  4. en dragende kozijn of statief voor iets


Afgeleide begrippen
  • [1]: armstol
  • [1]: barnestol
  • [1]: biedermeierstol
  • [2]: bispestol
  • [1]: bærestol
  • [1]: båtsmannsstol
  • [1]: campingstol
  • [1]: direktørstol
  • [2]: domstol
  • [1]: erkebispestol
  • [1]: erkebispstol
  • [1]: feltstol
  • [1]: fluktstol
  • [1]: gangstol
  • [1]: gjestestol
  • [1]: godstol
  • [1]: gullstol
  • [1]: gyngestol
  • [1]: gåstol
  • [1]: hagestol
  • [1]: hovedstol
  • [1]: jernstol
  • [1]: kabinstol
  • [1]: kinostol
  • [1]: kjøkkenstol
  • [1]: klappstol
  • [1]: konferansestol
  • [2]: kongestol
  • [1]: kontorstol
  • [1]: korgstol
  • [1]: kubbestol
  • [1]: kurvstol
  • [1]: lenestol
  • [1]: liggestol
  • [3]: lærestol
  • [1]: notestol
  • [1]: plaststol
  • [3]: prekestol
  • [1]: prestestol
  • [1]: redaktørstol
  • [1]: ruggestol
  • [1]: rullestol
  • [1]: rørstol
  • [1]: sagstol
  • [1]: sjefsstol
  • [1]: skinnlenestol
  • [1]: skinnstol
  • [1]: skriftestol
  • [1]: smygstol
  • [1]: smøystol
  • [1]: solstol
  • [1]: stolbein
  • [1]: stolben
  • [1]: stolheis
  • [1]: stoling
  • [1]: stolkjerre
  • [1]: stolkonkurranse
  • [1]: stolpring
  • [1]: stolrad
  • [1]: stolrygg
  • [1]: stolsete
  • [1]: stolstiller
  • [1]: stålrørsstol
  • [1]: svingstol
  • [4]: takstol
  • [3]: talerstol
  • [1]: tannlegestol
  • [1]: tronstol
  • [1]: TV-stol
  • [1]: tv-stol
  • [1]: utestol
  • [4]: vevstol
  • [1]: wienerstol
  • [1]: wienstol
  • [1]: yndlingsstol
  • [1]: ørelappstol

Meer informatie


Nynorsk
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / stuːl /
Woordafbreking
  • stol
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord stóll

Werkwoord

stol

  1. gebiedende wijs van stole
Schrijfwijzen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stol     stolen     stolar     stolane  

Zelfstandig naamwoord

stol, m

  1. (meubel) stoel
  2. (figuurlijk) symbool van ambt, waardigheid of macht
  3. plateau, [platform]]
  4. en dragende kozijn of statief voor iets
Afgeleide begrippen
  • [1]: armstol
  • [1]: barnestol
  • [1]: berestol
  • [1]: bestefarstol
  • [2]: bispestol
  • [1]: båtsmannsstol
  • [2]: domstol
  • [1]: dreiestol
  • [1]: erkebispestol
  • [1]: feltstol
  • [1]: fluktstol
  • [1]: gongestol
  • [1]: gjestestol
  • [1]: gullstol
  • [1]: gyngestol
  • [1]: gåstol
  • [1]: hovudstol
  • [1]: karmstol
  • [1]: kjerrestol
  • [1]: kjøkenstol
  • [1]: kjøkkenstol
  • [1]: klappstol
  • [2]: kongestol
  • [2]: kongsstol
  • [1]: korgstol
  • [1]: kubbestol
  • [1]: kyrkjestol
  • [1]: lenestol
  • [1]: liggjestol
  • [3]: lærestol
  • [1]: notestol
  • [1]: pinnestol
  • [3]: preikestol
  • [1]: prestestol
  • [1]: rennestol
  • [1]: ruggestol
  • [1]: rullestol
  • [1]: rørstol
  • [1]: røyrstol
  • [1]: sagstol
  • [1]: sjefsstol
  • [1]: skriftestol
  • [1]: smygstol
  • [1]: smøystol
  • [1]: snellestol
  • [1]: stablestol
  • [1]: stolbein
  • [1]: stolfot
  • [1]: stolheis
  • [1]: stolkjerre
  • [1]: stolkonkurranse
  • [1]: stolrad
  • [1]: stolrad
  • [1]: stolstad
  • [1]: stolstillar
  • [1]: stolsæte
  • [1]: stålrørsstol
  • [1]: svarvestol
  • [1]: svingstol
  • [3]: takstol
  • [3]: talarstol
  • [1]: tronstol
  • [1]: vaskarstol
  • [1]: vaskestol
  • [1]: vaskevass-stol
  • [1]: vaskevasstol
  • [3]: vevstol
  • [1]: voggestol
  • [1]: ørestol
  • [1]: ørelappstol
  • [1]: øyrestol
  • [1]: øyrelappstol

Meer informatie


Zweeds
Uitspraak
  • Geluid:  stol    (hulp, bestand)
  • IPA: /stul/
Woordafbreking
  • stol
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   stol     stolen     stolar     stolarna  
genitief   stols     stolens     stolars     stolarnas  

Zelfstandig naamwoord

stol, g

  1. stoel

Meer informatie
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.