stillen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stil·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘doen ophouden’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • afgeleid van stil [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
stillen
stilde
gestild
zwak -d volledig

Werkwoord

stillen [3]

  1. overgankelijk doen ophouden, bevredigen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

stillen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stille

Gangbaarheid

  • Het woord stillen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.