stagneren
Nederlands
Woordafbreking
- stag·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stilstaan’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van het Franse stagner (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stagneren |
stagneerde |
gestagneerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
stagneren
- ergatief niet langer voortbewegen of vooruitgaan, tot stilstand komen
- Het gevaar is dat de economie opnieuw zal stagneren.
Verwante begrippen
- stelpen, stilstaan, stillen, stoppen, verstoppen, verstopt raken
Vertalingen
1. niet langer voortbewegen of vooruitgaan, tot stilstand komen
Gangbaarheid
- Het woord stagneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stagneren' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.