stelpen
Nederlands
Woordafbreking
- stel·pen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘doen ophouden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stelpen |
stelpte |
gestelpt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
stelpen
- overgankelijk de vloei, gewoonlijk van bloed, tot staan brengen
- Op het nieuws werd vervolgens duidelijk, dat de zwaarbloedende taxichauffeur het overleefde doordat een buurtbewoner hem in z'n huis haalde en de hevige bloeding stelpte totdat de hulpdiensten kwamen. Daarmee redde hij de taxichauffeur het leven.[2]
Gangbaarheid
- Het woord stelpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stelpen' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.