stiefbroer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stief·broer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stiefbroer stiefbroers
verkleinwoord stiefbroertje stiefbroertjes

Zelfstandig naamwoord

stiefbroer m

  1. zoon uit een voorafgaand huwelijk van iemands tweede vader of moeder
    • Zijn stiefbroer was een stuk ouder, maar ze konden het goed met elkaar vinden. 
  1. zoon uit een later huwelijk van iemands eigen vader of moeder
    • Toen zijn vader hertrouwde kreeg zijn zelfs nog een stiefbroer. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord stiefbroer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.