stelsel
Nederlands
Woordafbreking
- stel·sel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘stel’ voor het eerst aangetroffen in 1691 [1]
- Naamwoord van handeling van stellen met het achtervoegsel -sel [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stelsel | stelsels |
verkleinwoord | stelseltje | stelseltjes |
Zelfstandig naamwoord
stelsel o
- een geordend geheel, samenstel van delen [3]
- Kunt u mij uitleggen wat het vertebrale stelsel is?
- een systeem
- In het binaire stelsel worden enkel de cijfers 0 en 1 gebruikt.
- (wiskunde) een set van vergelijkingen met twee of meer onbekenden
- Dit stelsel kan opgelost worden met de subsitutietechniek.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een geordend geheel, samenstel van delen
2. een systeem
Gangbaarheid
- Het woord stelsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stelsel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.