spierstelsel
Het spierstelsel van een man, gezien vanaf de rug.
Nederlands
Woordafbreking
- spier·stel·sel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spier zn en stelsel zn [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | spierstelsel | spierstelsels |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
spierstelsel o
- (anatomie) geheel van de weefselbundels in een lichaam die zich kunnen samentrekken en zo beweging mogelijk maken
Gangbaarheid
- Het woord spierstelsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spierstelsel' herkend door:
| 97 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.