stellig
Nederlands
Woordafbreking
- stel·lig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zeker’ voor het eerst aangetroffen in 1761 [1]
- Naamwoord van handeling van stellen (beweren, verklaren) met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | stellig | stelliger | stelligst |
verbogen | stellige | stelligere | stelligste |
partitief | stelligs | stelligers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
stellig [3]
- zeer zeker
- met volle overtuiging en geen ruimte voor twijfel latend
- Er volgde een stellige ontkenning van een verband tussen de gebeurtenissen van 11 september en het bewind van Saddam.
Verwante begrippen
Hyponiemen
- werkstellig
Vertalingen
1. met volle overtuiging en geen ruimte voor twijfel latend
Gangbaarheid
- Het woord stellig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stellig' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.