gewis

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·wis
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘waar’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1]
  • afgeleid van wis met het voorvoegsel ge-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen gewisgewissergewist
verbogen gewissegewisseregewiste
partitief gewisgewissers-

Bijvoeglijk naamwoord

gewis [2]

  1. zo goed als zeker
    • Hij is op aan een gewisse dood ontsnapt. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • gewisheid, gewisselijk
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gewis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.