sputteren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sput·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sputteren
sputterde
gesputterd
zwak -d volledig

Werkwoord

sputteren

  1. kleine belletjes of druppeltjes spuug voortbrengen (zoals bij baby's)
  2. (figuurlijk) zonder overtuigingskracht blijven tegenspreken
  3. spetteren
  4. (techniek) proces om een oppervlak met een uiterst dun laagje metaal te bedekken

Gangbaarheid

  • Het woord sputteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.