spoot
Nederlands
Woordafbreking
- spoot
Werkwoord
vervoeging van |
---|
spuiten |
spoot
- enkelvoud verleden tijd van spuiten
- Ik spoot.
- Jij spoot.
- Hij, zij, het spoot.
- Ik spoot.
Gangbaarheid
- Het woord spoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spoot' herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.