spray

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spray
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘te verstuiven vloeistof’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1879 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord spray sprays
verkleinwoord spraytje spraytjes

Zelfstandig naamwoord

spray m

  1. (medisch) te verstuiven vloeistof die na het verstuiven nevel wordt
Hyponiemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
sprayen

spray

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sprayen
    • Ik spray. 
  2. gebiedende wijs van sprayen
    • Spray! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sprayen
    • Spray je? 

Gangbaarheid

  • Het woord spray staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.