spugen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spugen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'spy.ɣə(n)/
Woordafbreking
  • spu·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘door de mond uitwerpen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1657 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
spugen
/'spy.ɣə(n)/
spoog
spuugde
/'spox/
/'spyɣ.də/
gespogen
gespuugd
/ɣə.'spo.ɣə(n)/
/ɣə.'spyxt/
klasse 2

zwak -d

volledig

Werkwoord

spugen

  1. inergatief speeksel uit de mond doen uitschieten
    • Hij kreeg van z'n moeder straf omdat hij op de grond spuugde. 
  1. inergatief (eufemisme) maaginhoud via de mond weer naar buiten werken
    • De jongen spuugde over de rand van het schip. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spugen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.