sprinkhaan
Nederlands
Woordafbreking
- sprink·haan
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘insect’ voor het eerst aangetroffen in 1301 [1]
- samenstelling van spring ww en haan [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sprinkhaan | sprinkhanen |
verkleinwoord | sprinkhaantje | sprinkhaantjes |
Zelfstandig naamwoord
sprinkhaan m
- (insecten) een insect van de Orthoptera
-orde, de meeste produceren geluid door de vleugels langs de achterpoten te wrijven, zij kunnen zeer ver springen
Verwante begrippen
Hyponiemen
- bidsprinkhaan, sabelsprinkhaan, spooksprinkhaan, struiksprinkhaan, treksprinkhaan, zadelsprinkhaan, zeesprinkhaan
Vertalingen
1. een insect van de Orthoptera-orde
|
|
Gangbaarheid
- Het woord sprinkhaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sprinkhaan' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.