spitsboog

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spits·boog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spitsboog spitsbogen
verkleinwoord spitsboogje spitsboogjes

Zelfstandig naamwoord

spitsboog m [1]

  1. (bouwkunde) boog in een gotisch gebouw, gevormd door twee elkaar kruisende cirkelbogen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • spitsbooglijn
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spitsboog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.