spetter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spetter    (hulp, bestand)
  • IPA: /'spɛtər/
Woordafbreking
  • spet·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van spetten met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord spetter spetters
verkleinwoord spettertje spettertjes

Zelfstandig naamwoord

spetter

  1. v/m een weggeslingerde druppel
    • Nu zitten er weer spetters op mijn zojuist gezeemde raam! 
  1. m populair: sexueel aantrekkelijke jongeman
    • Wat een spetter zeg! 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • bloedspetter, poepspetter
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
spetteren

spetter

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spetteren
    • Ik spetter. 
  2. gebiedende wijs van spetteren
    • Spetter! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spetteren
    • Spetter je? 

Gangbaarheid

  • Het woord spetter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.