spetteren
Nederlands
Woordafbreking
- spet·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘in kleine deeltjes wegspringen’ voor het eerst aangetroffen in 1881 [1]
- frequentatief gevormd uit spetten of spatten met het achtervoegsel -er
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
spetteren |
spetterde |
gespetterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
spetteren
- overgankelijk druppels doen rondvliegen
- Als deel van het voodooritueel spetterde hij kippenbloed over het altaar.
Gangbaarheid
- Het woord spetteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spetteren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.