klodder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klod·der
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘klonter’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1562 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord klodder klodders
verkleinwoord kloddertje kloddertjes

Zelfstandig naamwoord

klodder m

  1. hoeveelheid dik vloeibaar materiaal
    • Karel Appel schilderde met grote klodders verf. 

Werkwoord

vervoeging van
klodderen

klodder

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klodderen
    • Ik klodder. 
  2. gebiedende wijs van klodderen
    • Klodder! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klodderen
    • Klodder je? 

Gangbaarheid

  • Het woord klodder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.