speer
Nederlands
Woordafbreking
- speer
Zelfstandig naamwoord
speer v/m
- een lange stok met een punt eraan, (werd) gebruikt voor de jacht, oorlogvoering of atletiek.
- Ook tegenwoordig worden speren nog gebruikt, speerwerpen wordt als sport nog beoefend.
Afgeleide begrippen
- speerdistel, speerdrager, speerhaai, speerhaak, speermaat, speerpunt, speerreep, speervissen, speervormig, speerwerpen
Vertalingen
1. een lange stok met een punt eraan, (werd) gebruikt voor de jacht of oorlogvoering
Gangbaarheid
- Het woord speer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'speer' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "speer" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- speer op website: Etymologiebank.nl
- speer op website: Etymologiebank.nl
- speer op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.