lans
Nederlands
Woordafbreking
- lans
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stoot- en werpwapen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lans | lansen |
verkleinwoord | lansje | lansjes |
Zelfstandig naamwoord
lans v/m
- (militair), (middeleeuwen) een lang steekwapen met een metalen punt
- De ridder op het paard had een lans bij zich.
Verwante begrippen
- lansier, lansknecht
Uitdrukkingen en gezegden
- een lans breken voor iemand
het voor iemand opnemen, voor iemand opkomen
Vertalingen
1. een lang steekwapen met een metalen punt
Gangbaarheid
- Het woord lans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lans' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.