snoeischaar

Een snoeischaar.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snoeischaar    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈsnujsχar/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈsnujsxar/
Woordafbreking
  • snoei·schaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snoeischaar snoeischaren
verkleinwoord snoeischaartje snoeischaartjes

Zelfstandig naamwoord

snoeischaar v/m

  1. (gereedschap) een stevige, korte schaar voor het snoeien van planten, struiken e.d
    • Het is weer tijd om de snoeischaar ter hand te nemen. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord snoeischaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.