sluipen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sluipen    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈslœʏpə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈslœːpə(n)/
Woordafbreking
  • slui·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zich onopgemerkt voortbewegen’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sluipen
sloop
geslopen
klasse 2 volledig

Werkwoord

sluipen

  1. ergatief zeer voorzichtig lopen, op zo'n manier dat ontdekking vermeden kan worden
    • Hij sloop de trap op in de hoop dat zijn ouders niet zouden merken dat hij te laat thuis kwam. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sluipen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.