sluiproute
Nederlands
Woordafbreking
- sluip·rou·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sluip ww en route [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sluiproute | sluiproutes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
sluiproute v/m
- alternatieve route die meestal gebruikt wordt om files te mijden
- Op de Snitserdyk rijden meer dan 10.000 auto’s per dag. Van der Meulen: „Sinds de opstoppingen bij de rotonde in Joure zijn dat er nog meer. Mensen nemen deze weg als sluiproute.” [2]
- een slimme stiekeme manier om iets gedaan te krijgen wat eigenlijk niet de bedoeling is
- De ministers van Financiën van de EU-landen zetten deze week een grote stap in de strijd tegen belastingontwijking met een nieuwe richtlijn die een fiscale sluiproute dicht. Vriend en vijand van het aantrekkelijke Nederlandse fiscale regime spreken van een drastische stap. [3]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord sluiproute staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sluiproute' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- sluiproute op website: Etymologiebank.nl
- NRC Karin de Mik 14 december 2016
- NRC Camil Driessen 22 februari 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.