sluipverkeer
Nederlands
Woordafbreking
- sluip·ver·keer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sluipen ww en verkeer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sluipverkeer | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
sluipverkeer o
- (verkeer) (ongewenste) verkeersstromen die ontstaan als gevolg van capaciteitsproblemen (zoals ongevallen of files) op snelwegen of andere belangrijke wegen
- ‘Met de voorziene wegen is niks mis: er komen slechts 2 ingangen voor auto's. Door deze ingangen niet met elkaar te verbinden, is sluipverkeer onmogelijk. Fietsers en voetgangers daarentegen kunnen in alle richtingen door het gebied. Dit netwerk van wandel- en fietspaden zal bovendien maximaal met groen omringd worden’, aldus Block. [1]
- Er wordt veel te hard gereden ‘en dat in zo’n kinderrijke straat’, klaagt iemand. Een ander noemt de situatie daar zelfs levensgevaarlijk, verkeersborden zouden worden genegeerd door het vele sluipverkeer dat momenteel een andere route zoekt. [2]
Gangbaarheid
- Het woord sluipverkeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- de Standaard DONDERDAG 2 NOVEMBER 2017
- Tubantia 31-oktober-2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.